Bestuurder van een onderneming in zwaar weer
(1 maart 2010)
In deze tijd waarin veel ondernemingen in zwaar weer verkeren, is de uitdaging voor ondernemers en bestuurders nog groter dan anders. Niet in de minste plaats omdat schuldeisers van de vennootschap nu eerder geneigd zijn om bestuurders in privé aan te spreken, wanneer de vennootschap haar verplichtingen niet of niet tijdig nakomt.
Voor bestuurders is goed te weten dat een schuldeiser er over het algemeen een zware dobber aan heeft om, op grond van onrechtmatige daad, zijn vordering op de bestuurder te verhalen. De schuldeiser zal namelijk moeten aantonen dat de bestuurder namens de vennootschap verplichtingen is aangegaan, terwijl hij wist – of redelijkerwijs behoorde te weten – dat de vennootschap niet aan die verplichtingen zou kunnen voldoen en dat de vennootschap geen verhaal zou bieden voor schade van de schuldeiser. Een andere mogelijkheid voor de schuldeiser is om aan te tonen dat de bestuurder heeft besloten of (bewust) heeft toegelaten dat de vennootschap in strijd handelt met een overeenkomst met de schuldeiser; en dat hij daar als schuldeiser schade door heeft geleden. In beide gevallen zal de schuldeiser vervolgens nog moeten aantonen dat het handelen of nalaten van de bestuurder zo onzorgvuldig is, dat de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.
Bij het toetsen van de handelwijze van een bestuurder, wordt rekening gehouden met de taak van de bestuurder. Het bestuur houdt zich bezig met het besturen van de onderneming. Het nemen van risico’s hoort daar in beginsel bij, evenals het gegeven dat niet alle besluiten tot het gewenste resultaat zullen leiden.
Aangenomen wordt dat het een bestuurder niet als een onrechtmatige daad kan worden aangerekend dat hij voor het bedrijf transacties afsluit of bevestigt op een moment dat weliswaar het risico bestaat dat de daaruit voortvloeiende verplichtingen niet kunnen worden voldaan en evenmin verhaal kan worden geboden, maar er toch ook reële overlevingskansen zijn. Risico’s mogen dus worden genomen. Wel is van belang dat de bestuurder in zo’n situatie open kaart speelt met de schuldeiser en de leverancier informeert over de (slechte) financiële positie van de vennootschap. Dit belang is onlangs opnieuw onderstreept, in een uitspraak van de Rechtbank Zutphen. Daaruit komt naar voren dat van een bestuurder niet kan worden verwacht dat hij een schuldeiser op de hoogte stelt en houdt van alle ‘ins en outs’ van de financiële situatie van zijn bedrijf. Het gaat er om dat de bestuurder zodanige informatie verstrekt aan de schuldeiser dat de schuldeiser zelf een (risico)afweging kan maken of hij al dan niet – onder dezelfde voorwaarden – doorgaat met leveren.
(Bron: Rb. Zutphen, 23 december 2009, LJN: BK9115)